Het is in een deel van het land voorjaarsvakantie! We hopen dat jullie voldoende tot rust kunnen komen in de vakantie, of het nu deze of volgende week is. Wij blijven uiteraard gewoon vragen stellen! Je bent natuurlijk vrij in het even pauze nemen van de app, maar…. houd je streak wel in de gaten als je kans wilt maken op een gloednieuw boek (zie hieronder voor de uitleg)! In deze blog: oa wat komt er kijken bij een rapport, het verlaten van een school midden in het jaar en het verschil tussen wat je weet en wat je doet!
Wat komt er kijken bij een rapport?

Het is rapportentijd! We zagen op sociale media veel berichten voorbij komen over rapporten. Over dat dit tijd kost, in het weekend gedaan wordt, dat er gezorgd moet dat leerlingen de map inleveren, oudergesprekken gevoerd moeten worden, etc. etc. Wij waren net wat minder specifiek in onze antwoordopties, maar zien wel duidelijke verschillen tussen sectoren. Zo geeft men in het po feedback in het rapport aan de leerling, en in het vo veelal een cijfer en feedback voor collega’s. In het vo en mbo vinden rapportvergaderingen plaats, in het po vooral gesprekken met ouders. Een van onze deelnemers merkte overigens terecht op dat het in het vo wel kan uitmaken of je mentor bent of niet. Voor mentorleerlingen komen er meer zaken bij kijken.
Oeps, foutje!
Op Twitter zagen we een tweet over een tekst in een rapport aan een leerling. Er stonden taalfouten in. Er ontstond een pittige discussie. Over de fouten, maar ook over het online delen van dit deel van het rapport. Voor ons reden om eens aan onze deelnemers te vragen:
Je ziet een taalfout van een collega in een leerlingrapport dat al verspreid is. Wat doe jij?
Een ouder ontdekt een taalfout in jouw rapport voor zijn/haar kind. Wat hoop je dat de ouder doet?
We kijken even naar verschillen in leeftijd. Jongere leraren zullen in vergelijking met oudere leraren de fout van een collega eerder laten gaan (41%), of zullen die collega die een taalfout maakt mogelijk zelf zijn. Leraren van alle leeftijden zullen vooral in een een-op-eengesprek de collega wijzen op de fout. Jongere leraren hopen ook vaker dat een ouder een taalfout laat gaan. Bij alle leeftijden geeft een aardige groep aan de voorkeur te hebben voor het wijzen op de fout door een gesprek of bericht.


Oudercontact
In een tijd van rapporten is er waarschijnlijk ook wat meer oudercontact. Net zagen we al dat vooral in het po oudergesprekken plaatsvinden. Maar, hoeveel tijd zijn onze deelnemers gemiddeld per week kwijt aan oudercontact? En zouden ze meer of minder contact willen hebben? De meeste deelnemers (585 van de 902) zouden de huidige hoeveelheid contact met ouders zo willen laten. 22% van hen besteed gemiddeld 20 tot 30 minuten per week aan oudercontact. 82 deelnemers willen minder contact, 20% van hen is een uur tot anderhalf uur kwijt aan oudercontact.
De school verlaten…
We zien dat steeds meer deelnemers ons weten te vinden om zélf vragen te stellen! Fijn! Want we stellen graag de vragen waar onze deelnemers graag de antwoorden op willen weten.
We kregen afgelopen week onder andere vragen binnen over midden in het schooljaar vertrekken bij een school. Op Twitter waren de reacties gemengd, van dat doe je niet in verband met de leerlingen, tot je moet voor jezelf zorgen, een ander doet het niet. We combineren hier de antwoorden op de stelling ‘Ontslag nemen midden in een schooljaar is acceptabel’ en de vraag: ‘Om welke reden kan je je voorstellen dat je midden in het schooljaar bij een school vertrekt?’. Er zijn 525 deelnemers het (helemaal) eens met de stelling, en 295 stemden (helemaal) oneens. 170 zijn neutraal. Van de leraren die het helemaal oneens zijn met de stelling geeft 16% aan dat ze om geen enkele reden midden in het jaar zouden vertrekken. Bij de leraren die mee oneens stemden is dat 7%. Geen grote groep dus. Wel is het percentage deelnemers dat hiervoor kiest bij de leraren die het (helemaal) eens waren met de stelling een stuk lager. Bij de leraren die het (helemaal) eens zijn en die dus ontslag nemen midden in het schooljaar acceptabel vinden geeft een flink deel aan dat de reden niet uitmaakt, als je je maar aan de opzegtermijn houdt. Bij de andere mogelijke redenen zien we niet zo veel verschil tussen leraren die het eens of oneens met de stelling zijn.
En aan het eind van het schooljaar? Hoe waarschijnlijk is het dat onze deelnemers vertrekken bij hun school? Voor een groot deel is dat (zeer) onwaarschijnlijk. In het so is het percentage dat (zeer) waarschijnlijk vertrekt het grootst. Kijken we naar leeftijd, dan zien we dat oudere leraren, ouder dan 60, vaker aangeven (zeer) waarschijnlijk te vertrekken. Dat is niet verrassend (pensioen). Het laagste percentage leraren waarvan het (zeer) onwaarschijnlijk is dat ze vertrekken aan het eind van het jaar vinden we bij de leraren jonger dan 30: 69%. 12% van hen is neutraal en 18% vertrekt (zeer) waarschijnlijk. Een mogelijke verklaring hiervoor zou het afronden van de opleiding kunnen zijn. Het is echter wel iets om in de gaten te houden, gezien de gegevens over starters die het beroep verlaten. Als we splitsten op ervaring zien we dat het percentage dat aangeeft dat het (zeer) waarschijnlijk is dat ze de school verlaten of neutraal stemt, het hoogst is bij de leraren met minder dan 5 jaar ervaring.

Redenen om een school te verlaten zijn divers (we vroegen dit al eerder) en erkenning van kennis en expertise, ontwikkel- en doorgroeimogelijkheden, uitdagende taken naast taken voor de klas, passend salaris en vermindering van werkdruk zijn nodig om leraren voor de klas te houden. In deze blog combineren we de vraag hoe waarschijnlijk het is dat je je school verlaat aan het einde van dit school jaar met de vraag ‘kan jij de leraar zijn die je zou willen zijn?’ en met een vraag over verschil tussen kennis over lesgeven (zo zou het moeten) en de dagelijkse praktijk (dit doe ik).
Leraren die altijd of regelmatig de leraar kunnen zijn die ze zouden willen zijn geven vaker aan dat het (zeer) onwaarschijnlijk is dat ze hun school verlaten aan het einde van dit schooljaar. En, deze leraren geven vaker aan dat ze vaak of meestal doen wat ze zouden moeten doen. Kanttekening bij de vraag over kennis over leren toepassen en dagelijkse praktijk: uit de reacties bleek dat deze vraag soms is gelezen als ‘niet afkunnen krijgen wat gepland was/op het rooster stond’.


Het verschil tussen wat je weet/wil en wat je doet…
Naast de vraag over het verschil tussen kennis en praktijk vroegen we (dankzij deze ingediende vragen!) ook welke externe factoren het toepassen van je kennis over leren en lesgeven beperken én wat zou helpen om de kennis meer toe te passen. Voor veel leraren is het rooster een beperkende factor. Opvallend is dat leerlingen/studenten, de schoolcultuur én de methode meer als een beperkende factor worden gezien bij leraren die minder vaak doen wat ze zouden moeten doen. Factoren als schoolleiding en regels vanuit de overheid zijn gelijkmatiger verdeeld.
Tijd is hoe dan ook van belang om kennis meer te gaan toepassen.
Op Twitter werden vragen gesteld bij het hoge percentage leraren dat leerlingen/studenten noemt als externe factor. Aan de ene kant werd dit opgevat als leerlingen zien als lastig en ‘in de weg staand’ bij uitvoeren van je werk. “Maar ik zie dit helaas toch nogal eens bij nieuwe collega’s/aankomend leraren, bijv. “Ze zijn steeds niet stil wanneer ik iets uit wil leggen” tot er dan maar uitsturen, etc. Soms hebben ze een verkeerd beeld bij lesgeven.” Aan de andere kant werd aangegeven dat beslissen om iets aan te passen omdat de sfeer er niet naar is of leerlingen door omstandigheden (denk aan de periode van thuisonderwijs die we achter ons hebben) andere behoeften hebben, ook een voorbeeld kan zijn van een externe factor die je als docent beperkt. Of niet toekomen aan het evalueren van lesdoelen, omdat de leerlingen/studenten zo enthousiast bezig zijn met de lesstof, dat je tijd tekort komt. Een vraag die daarbij opkwam: is het inzetten van die pedagogische kennis dan niet ook gewoon inzetten van kennis over leren en lesgeven? Misschien moeten we deze vraag eens koppelen aan visie op onderwijs om hier meer duidelijkheid over te krijgen?


Tips
Elke week zetten we in onze blog de gegeven tips op de rij! Dit zijn ze van 17 tot en met 23 februari.
Teacher Tapp NL Onderzoekend werken aan onderwijsverbetering
CITO: Slimme nakijkoplossingen
4 Boeken voor in de voorjaarsvakantie (2022)
Als de school niet meer bij jou lijkt te passen
27 makkelijke manieren/strategieën om snel begrip bij leerlingen te controleren
Werkvorm: een strip maken
Evidence-based werken werkt, maar alleen als het onderzoek goed genoeg is
Werken / leren met uitgewerkte voorbeelden
10 maart: Praat online mee over wat kansenongelijkheid voor jou betekent!
Infographic – Kansengelijkheid in het onderwijs vanuit het perspectief van de leraar
Eten op School