Begin maart gaven we tien keer het boek ‘Regie in de klas’ weg! Deze actie hebben we speciaal gehouden voor onze volgers op Twitter waarbij er elke dag een nieuwe opdracht was. In de actieweek stelden we OOK dagelijks een vraag over de inhoud en het thema van het boek. Omdat we zeer binnenkort weer tien exemplaren van dit boek mogen weggeven beschrijven we vandaag de bevindingen van deze vragen, plus de gedeelde (en waardevolle!) tips over ‘regie in de klas’ van deelnemers aan de actieweek!
(Wie op 1 april om 16.30 een streak van minimaal 30 heeft, maakt kans op een van de tien exemplaren van Regie in de klas die we mogen weggeven. En ja, hoe vaker je zegt dat het géén grap is, hoe verdachter… maar nee, het is geen 1 april grap.)
Iedereen kan leren hoe je een klas moet managen
Volgens de auteurs van het boek valt er veel te leren op het gebied van klassenmanagement. Juist voor wie er geen natuurlijk talent voor heeft, geldt: bouw routines op, in elke les, in de hele school. Focus en rust om de kennis op dit gebied in te zetten, en in te slijpen is van belang. De schoolcultuur speelt hier een rol in.
Wat we zien in de resultaten is dat leraren met meer ervaring en een hogere leeftijd vaker aangeven dat ze het oneens zijn met de stelling dat iedereen kan leren hoe je een klas moet managen. Een precieze verklaring voor deze resultaten hebben we niet. Kan het zijn dat de jongere leraren onbevangen zijn, en oudere leraren teleurgesteld? Hebben leraren met meer ervaring vaak gezien dat het voor enkele collega’s inderdaad niet te leren is? Hebben jongere leraren goede voorbeelden en zien ze het wel als haalbaar?
Is het iets om je zorgen over te maken? Uiteindelijk moeten de meer ervaren collega’s de jonge collega’s helpen bij het (verder) ontwikkelen van hun klassenmanagementvaardigheden. Als zij de ‘overtuiging’ hebben dat het niet aan te leren is, maar dat je het ‘hebt of niet hebt’, heeft dat wellicht gevolgen voor de manier waarop ze startende leraren helpen. Voor startende leraren is kijken naar hoe een ander het doet, en van anderen horen hoe ze iets doen erg belangrijk. Dat ene handgebaar is voor een ervaren docent een automatisme, maar kan voor een startende docent een belangrijk ‘te oefenen vaardigheid zijn’. Wellicht dat oudere leraren zich niet meer kunnen herinneren dat ze het geleerd hebben, en zien ze het als ‘je hebt het of je hebt het niet’?
Aan de andere kant zijn zorgen wellicht op de plaats wanneer jongere leraren denken dat ze ‘dit wel even doen’. Je kunt met goede begeleiding en tools flink beter worden. Maar kan iedereen het écht leren? Misschien dat juist zij die denken het wel even te doen het nooit leren, omdat soms de inzet ontbreekt.


Klassenmanagement in de lerarenopleiding
Kennis over orde houden, communiceren, de invloed van routines, de samenhang tussen relatie, regels, inhoud en fysieke omstandigheden (de indeling van je lokaal) en het effect van dit alles op je klassenmanagement, zou onderdeel moeten zijn van de lerarenopleiding.
Terugkijken op een opleiding is niet altijd makkelijk en niet altijd objectief. Toch vonden we het interessant om te vragen waar er tijdens het instituutsdeel van de opleiding (dus niet de stage, maar de bijeenkomsten op pabo, hbo of universiteit) aandacht voor was. Klassenmanagement staat daarin niet bovenaan. Het percentage daalt bovendien met ervaring. Als we de vraag over inhoud kruisen met wanneer onze deelnemers hun eerste bevoegdheid behaalden, zien we een vergelijkbaar beeld. Het percentage leraren dat aangeeft dat er in het instituutsdeel aandacht was voor klassenmanagement is het hoogst bij leraren die recent hun eerste bevoegdheid behaalden.
Bij Teacher Tapp NL hebben we een kleine groep deelnemers die momenteel een opleiding volgt. Aan deze groep stelden we dezelfde vraag. Het opsplitsen van deze groep in sector of leeftijd is vanwege de kleine groep niet zinvol. Iets minder dan de helft geeft aan dat er aandacht is voor klassenmanagement. Dit lijkt erg weinig. Ook al kennen we vast de geluiden van leerlingen/studenten “hebben we niet gehad!”, terwijl je het wél behandeld hebt, het signaal is dat studenten niet ervaren dat het behandeld wordt. Dit kan uiteraard te maken hebben met de manier waarop het behandeld wordt, maar ook in hoeverre studenten van de lerarenopleiding in hun praktijk te maken krijgen met klassenmanagement en dus geconfronteerd worden met ‘er aan werken’. Soms steun je tijdens je stage op ‘geleende orde’.
We vroegen ook op welke manier klassenmanagement een plek had op de opleiding. Ook hier geldt dat het lastiger terughalen is wanneer het langer geleden is. En, toegegeven, onze opties waren niet helemaal perfect. Aan bod komen is namelijk wel iets anders dan leren. Onze resultaten lijken te laten zien dat klassenmanagement nu een plek heeft op de opleiding, in zowel praktijk als op het instituut. Op het instituut eerder af en toe, en in de praktijk middels stapsgewijs leren. Ook hier geven vooral de leraren met minder ervaring vaker aan dat klassenmanagement aandacht kreeg.
Deze resultaten kunnen betekenen dat er op het opleidingsinstituut voorheen minder aandacht voor klassenmanagement was en tegenwoordig meer. Het kan ook zo zijn dat men het zich minder goed herinnert, dat er aandacht voor was. En, wellicht hebben leraren na de opleiding in de praktijk veel moeten (door)ontwikkelen en oefenen, waardoor het snel het gevoel geeft dat er op de opleiding minder/geen aandacht voor was. ‘Had ik dit maar eerder geweten’.





Klassenmanagement in de praktijk
De praktijk speelt een belangrijke rol in het leren van het managen van een klas. Dat is de plek waar je situaties tegenkomt die vragen om beslissingen, om een antwoord op de vraag: hoe wil ik het hebben? Wat vind ik belangrijk? Maar ook: aan welke regels kan ik me vasthouden, welke hoef ik niet zelf te bepalen en te bevechten? Schoolbrede regels en een gezamenlijke aanpak kunnen zeer ondersteunend zijn bij goed klassenmanagement.
In het primair en speciaal onderwijs is er vaker een gezamenlijke aanpak met dezelfde regels in elk lokaal. In het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs is er vooral op papier gezamenlijkheid.
Gezamenlijke regels kunnen zeker helpen, maar zelf weten wat je wilt helpt ook. Dat kost tijd. Wellicht is dat te zien bij de resultaten van de vraag over wie de regels in je klas bepaalt. Jongere leraren stellen vaker regels op in overleg met leerlingen, oudere leraren bepalen de regels zelf en communiceren deze met leerlingen.


De beste tips en mooiste blunders
We vroegen in onze twitter-actieweek: jouw beste tip om regie in jouw klas te krijgen, óf jouw grootste misser als het op regie in je klas aankomt. En we kregen heel veel mooie reacties! Een kleine greep!
Wees als eerste in je lokaal, ontvang de leerlingen, zorg voor duidelijkheid over de routines in jouw lokaal en weet hoe je wil handelen in de meest voorkomende situaties.
Geef jezelf en de leerlingen duidelijkheid rondom: wie, wat, waar, wanneer en hoe!
Beste tip die ik tijdens mijn stage in groep 7 kreeg, was dat je het best opnieuw mag doen. De groep ging toen vrij luidruchtig in de kring zitten en ondanks een vol rooster nam de leerkracht de tijd om het nog een keer te doen.
Zorg dat leerlingen zien dat jij de regels weet en belangrijk vindt. Daardoor voelen ze dat ze zich daarnaar moeten gedragen. Hoe moeilijk dat soms ook is om vol te houden, uiteindelijk bespaart het je echt energie.
Tip: als je denkt dat je duidelijk bent over jouw regels, moet het duidelijker. De leerlingen laten zien of je duidelijk bent.
Neem de tijd om te observeren en je groep in beeld te krijgen. Maak (zo snel mogelijk) kennis met ouders en de leerlingen die opvallen. En lees je in! Zorg ervoor dat je weet hoe je bij bepaald gedrag handelt. Daar zijn echt goede boeken voor geschreven.
Een stilteteken in de klas, schoolbreed afgesproken.
Allerbelangrijkste: inzetten op verbinding met de leerlingen. Als de relatie goed is kun je verder bouwen.
Doen was je zegt, en zeggen wat je doet.
Niet streng zijn omdat iedereen zegt dat je dat moet zijn. Je kunt best met gevierde teugels lesgeven, zolang het maar duidelijk is dat jij degene bent die bepaalt wanneer en hoever.
Binnen = beginnen. Altijd, zowel in de ochtend als aan het begin van de middag, heb je een startopdracht klaarstaan. Je ontvangt de leerlingen bij de deur, die direct in rust en stilte aan de slag gaan. Vaak herhaling van eerder aangeboden lesstof.
Gewoon zeggen als je iets ook even niet weet of als je fout zat met bijvoorbeeld een berisping. Leerlingen waarderen dat en het geeft ze lucht, omdat ze ervaren dat fouten maken er nou eenmaal bij hoort.
Om regie te hebben in de klas, moet je niet acteren. Speel geen rol maar zorg dat je authentiek bent. Je handelen moet overeenkomen met wie jij bent en wat jij waardevol en belangrijk vindt.
Niets is vanzelfsprekend. Benoem dus wat je verwacht.
Mijn beste tip is het expliciet benoemen van verwacht gedrag en dat ook inoefenen, vanaf dag 1. Hoge verwachtingen, ook op gedrag. Daarna: relatie, relatie, relatie.
Een belangrijke ingang tot ‘stoorzenders’ tijdens de klassikale instructie is het maken van contact met deze lln tijdens informele momenten, (buiten spelen, voor/na schooltijd) en vaak het praten over dingen die niets met school te maken hebben (hobby’s, games etc.)
Zelf ook gezien worden door je groep. Ze ontvangen, een praatje, maar ook verwachting uitspreken waar we aan werken. Vooral jezelf zijn en geen acteerrol aannemen
Ontvang je leerlingen door bij de deur te staan als ze binnen komen. Je kunt beter hebben dat zij JOUW domein binnen komen, dan jij het hunne.
Goed lesgeven. Een goede voorbereiding (leeromgeving, structuur, lesinhoud, opbouw, materiaal enz.) is het halve werk. Als je van leerlingen inzet, betrokkenheid en toewijding verwacht, zul je daar zelf de aanzet toe moeten geven.
Fail: alleen maar star en rigide de regie proberen te krijgen of pakken. Om regie te hebben moet je ook kunnen meebewegen, zonder dat hierbij regels natuurlijk overtreden worden. Blijf dus wel luisteren naar de leerlingen.
Groep 3. Een leerling breekt zijn potlood in tweeën. Er ontstaat wat discussie, waarop ik een potlood pak, en zeg: ‘zie je, kun je gewoon buigen. Breekt echt niet zoma”krrak*…’ Hardop om gelachen, sorry gezegd, andere potloden besteld. Oeps?
Grootste misser: van ellende maar koffie gaan halen en dat dan deur gebarricadeerd is met een bezem.
Tips
Elke dag geven we je een lees-, kijk-, of luistertip. En elk week verzamelen we de tips van de afgelopen week op onze blog! Deze keer: 25 tot en met 30 maart.
Blog Teacher Tapp NL
Over ambitieuze en duurzame onderwijsinnovatie (1): technologie
Pedagogy vs. Andragogy: What’s the Difference?
Formatief handelen: van instrument naar ontwerp
Kennisagenda voor het onderwijs
“Leraar is een heftig beroep”
Authentiek contact maken met je doelgroep
Curatief