Waardering

Op 5 oktober was het weer de jaarlijkse Dag van de Leraar. De dag waarop leraren in het zonnetje gezet worden en waardering krijgen voor hun werk. Wij hopen dat niet alleen de leraar, maar ál het onderwijspersoneel (ook de ondersteuners die geen les geven) in het zonnetje gezet is, en dat de waardering niet beperkt is tot een dag. Dat laatste hebben we uiteraard zelf gevraagd aan onze deelnemers. En eerlijk gezegd weten we niet zo goed wat we met de antwoorden moeten. Tappers voelen zich over het algemeen gewaardeerd door collega’s en leerlingen/studenten/cursisten (figuur 1). Maar is een percentage van 72% (primair onderwijs) dat zich gewaardeerd voelt door collega’s hoog te noemen? En wat te denken van de uitkomst dat 46% van de deelnemers uit het voortgezet onderwijs zich gewaardeerd voelt door ouders/verzorgers? En de lage scores die overheid en schoolbestuur krijgen? En wat ons ook aan het denken zet: vorig jaar waren de scores niet heel anders (figuur 2). Is dat een probleem, of maakt waardering van anderen niet uit? Uit een vraag aan het begin van 2023 bleek dat waardering van anderen werkplezier beïnvloedt (figuur 3). Misschien dus toch iets om aan te gaan werken?

Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3

Waardering van anderen kun je niet altijd beïnvloeden en krijg je wellicht minder dan je hoopt, maar hoe zit het met waardering voor jezelf? Vincent Grit kwam op Twitter/X met een mooie suggestie voor een vraag, die we graag overnamen. Wat waardeer jij aan jezelf als leraar, onderwijsmedewerker of onderwijsondersteuner? Hieronder een volledig willekeurige greep uit de antwoorden die waarschijnlijk geen recht doet aan alle mooie antwoorden…..

“Ik ga voor de leerling”
“Mijn klassenmanagement”
“Een rustige, daadkrachtige leraar met een enorme dosis humor”
“Ik leg de lat voor mezelf minstens zo hoog als die voor de leerlingen”
“Dat ik er toch elke dag weer voor de leerlingen ben en m’n stinkende best doe om hun rugzakje te vullen met tools die ze nodig hebben en kunnen gebruiken om zich straks in de maatschappij staande te houden”
“Dat ik altijd klaar sta voor iedereen, dat ik flexibel ben en dat ik oog en oor heb voor collega’s, leerlingen en ouders.”
“Dat ik het combineer met onderwijsonderzoek.”
“Dat mijn drijfveer niet is om mijn vak bij de leerlingen er in te proppen, maar dat ik het fantastisch vind als zij als persoon groeien naar een mooier mens. Dat ze daarbij een goed cijfer halen is prettige bijvangst!”
“Dat ik me nog steeds elke dag keihard inzet om voor mijn leerlingen het best mogelijke onderwijs te verzorgen.”
“Aandacht voor leerlingen, bereidheid uit te leggen, vakkennis”
“Dat ik me kapot werk. De directie ziet dat echter niet omdat die hun kop in hun eigen achterwerk hebben zitten”
“Mijn doorzettingsvermogen en betrokkenheid”
“Ik ben blij met hoe ik mezelf telkens weer verwonder en nieuwsgierig voel om nieuwe dingen te leren en mezelf continu te verbeteren. Blij met hoe ik na ruim 30 jaar nog steeds zoveel plezier in mijn vak heb.”
“Ik ben goed in mijn vak, heb ‘n schat aan vakkennis, goed klassenmanagement, ik lees vakliteratuur en deel dat met mt en collega’s. Ik ben een uiterst kritische en vrolijke juf en collega, leerlingen zitten goed bij mij.”
“Elke dag een lach”
“Ik ben een gedreven leerkracht (ook valkuil). Ik kijk verder dan een eerste oordeel bij leerlingen. Ik kan genieten van de samenwerking met collega’s.”
“Er zijn voor mijn leerlingen. Mijn ambitie om het onderwijs elke dag beter te maken. De verbindende factor in mijn sectie.”
“Dat ik een ontzettende vakidioot geworden ben die zijn kennis altijd wil delen met collega’s”
“Dat ik er zoveel plezier aan beleef!”
“Authenticiteit”
“Tomeloze inzet”
“Ik ben onmisbaar: loop een kwartier weg en alles loopt in de soep”
“Mijn humor”
“Betrouwbaar, loyaal, collegiaal, goede vakennis, goede pedagog en didacticus”
“Aan mezelf waardeer ik, dat ik zo’n lange tijd heb kunnen bijdragen aan de vorming van vele jaargangen leerlingen en aan het bloeien van mijn school.”
“Het feit dat ik naar het kind kijk in plaats van naar alleen de regels.”
“Dat ik in mijn lessen leerlingen de ruimte geef om kritisch te leren denken en hun mening met argumenten vraag te onderbouwen”
“Mijn geduld wat ik voor de klas kan opbrengen. Daar kan ik thuis nog wel wat van meenemen.”
“Mijn grote collectie roze brillen”
“Geen idee”
“Wat een flauwekul omdat over jezelf te schrijven. Ik vind mijn baan gewoon leuk”

Autonomie

Het hebben van autonomie was de afgelopen tijd in het nieuws, na een peiling van de AOb. Daaruit bleek dat van de bijna zevenhonderd mensen, vooral leraren, die de vragenlijst invulden, grofweg twee derde aangaf onvoldoende autonomie te ervaren. Uit een eerdere vraag van ons maakten we op dat niet iedereen autonomie ervaart, maar een behoorlijk deel toch wel: 66% van de deelnemers uit het primair onderwijs en en 72% uit het voortgezet onderwijs gaven aan autonomie te hebben. Een interessant verschil!

In een eerder blog concludeerden we dat deelnemers die minder tevreden zijn ook minder autonomie ervaren. Deze week gaan we dit nog wat nader bekijken. We vroegen onze deelnemers hoe ze zich op dit moment over hun werk voelen, of ze veel keuze en vrijheid hebben om te beslissen hoe ze hun werk doen, en of ze de dingen kunnen doen die ze belangrijk vinden.

Op een schaal van 1 (Ik trek het niet meer) tot 5 (Ik heb alles onder controle) scoort de meerderheid van de deelnemers in het primair en voortgezet onderwijs (de overige sectoren zijn wat kleiner) een 4 of 3 (figuur 4). Rond de 15% scoort een 5 en een ongeveer evengrote groep een 1 of 2.

Een ruime meerderheid is het (helemaal) eens met de stelling ‘Ik heb veel keuze en vrijheid om te beslissen hoe ik mijn werk doe’ (figuur 5). Ongeveer hetzelfde patroon zien we bij de vraag over kunnen doen wat je belangrijk vindt om te doen (figuur 6). Met steeds een net wat andere formulering zien we hetzelfde beeld rondom autonomie terug: een meerderheid ervaart autonomie.

Dat keuze en vrijheid hebben om te beslissen hoe je je werk doet verband houdt met hoe je je over je werk voelt, zien we als we vragen combineren. Het percentage dat het (helemaal) eens is met de stelling loopt op als de score op de schaal van 1 tot 5 oploopt (figuur 7). Van de 136 die een 2 scoren is 13% het helemaal eens met de stelling, tegenover 32% van de 157 die een 5 scoren. Op dezelfde manier zien we dat 10% van de 136 deelnemers die een 2 scoren het oneens is met de stelling, tegenover 4% van de 157 die een 5 scoren.
Hetzelfde beeld ontstaat als we kunnen doen wat je wilt doen combineren met hoe je je over je werk voelt. Deelnemers die hoger scoren op de schaal van 1 tot 5 geven vaker aan te kunnen doen wat ze belangrijk vinden (figuur 8).

Figuur 4
Figuur 5
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 8

In het artikel van de AOb lazen we deze quote van een deelnemer aan de peiling: “Er is een veel te grote schil van mensen die in het management zitten en menen dat ze verstand van onderwijs hebben. Ik voel me als werkverschaffing voor deze laag.” Dit bracht ons ertoe om een vraag te stellen over leidinggevenden en hun contact met de realiteit van lesgeven in de klas. Een meerderheid van de Tappers uit het primair en voortgezet onderwijs geeft aan heel vaak of af en toe het idee te hebben gehad dat een of meer van hun huidige direct leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas was verloren (figuur 9).
En ja, ook hier is er een verband tussen hoe deelnemers zich over hun werk voelen en het contact met de realiteit van de klas van de direct leidinggevenden. Hoe hoger de score op de schaal van 1 tot 5 over hoe ze zich voelen over het werk, hoe lager het percentage dat heel vaak het idee heeft gehad dat een of meer van hun huidige direct leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas was verloren (figuur 10). En hoe hoger de score op de schaal van 1 tot 5, hoe groter het percentage dat zegt nog nooit het idee te hebben gehad dat een of meer van hun huidige direct leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas was verloren. Maar, het percentage dat af en toe het idee had dat een of meer van hun huidige direct leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas was verloren is ongeveer gelijk, bij wie een 1, 2, 3, 4, of 5 scoort.

Tot slot kijken we naar het verband tussen keuze en vrijheid hebben om te beslissen hoe je je werk doet en het idee hebben dat leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas zijn verloren (figuur 11). Ook hier zien we een patroon dat overeenkomt met de andere vragen. Van de deelnemers die het helemaal eens zijn met de stelling geeft 32% aan nog nooit het idee te hebben gehad dat leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas zijn verloren. Dit percentage is lager bij deelnemers die het minder eens zijn met de stelling.

Figuur 9
Figuur 10
Figuur 11

We hebben een vervolgvraag in de planning over hoe het contact met realiteit van lesgeven in de klas zijn verloren zich dan uit. Daar komen we dus op terug!

Autonomie is voor de meeste van onze deelnemers dus zeker niet afwezig, en heeft een relatie met hoe onze deelnemers zich voelen over het werk. Een groot deel van de deelnemers heeft heel vaak of af en toe het idee gehad dat een of meer van hun huidige direct leidinggevenden het contact met de realiteit van lesgeven in de klas was verloren. Onder Tappers die meer keuze en vrijheid ervaren om te beslissen hoe ze hun werk doen en meer het gevoel hebben alles onder controle te hebben is de groep die dit idee nooit heeft groter.

Tot slot

In oktober delen we op onze social media kanalen elke dag een resultaat van onze vraag over de belangrijkste reden om in het onderwijs te werken. Misschien moeten we in een andere maand elke dag een van de resultaten op de vraag over wat je in jezelf waardeert delen?

Tips

Elke dag geven we je een lees-, kijk-, of luistertip. En elke week verzamelen we de tips van de afgelopen week op onze blog! Dit zijn de tips van 6 tot en met 12 oktober!

Je kunt de tips ook in de app opslaan! Handig voor wat je later nog wilt lezen of als je artikelen rondom een thema wilt verzamelen! Of, als je een lijst wilt hebben van wat je gelezen hebt! Let op: opslaan van een tip kan 24 uur, opgeslagen tips blijven uiteraard beschikbaar zolang jij wilt in de app.

Vergeten een tip op te slaan? Ze staan gelukkig gewoon in onze blog!

Blog Teacher Tapp NL
Onderwijscrisis II: Waarom zo weinig mensen leraar worden
Docu over zij-instromers toont de geboorte van een leraar
Pimp je lesmateriaal met deze designregels.
Denkreeksen bij geschiedenis
Hoe bespreek je het Israëlisch-Palestijns conflict?
Hoe geef je introvertpositief les? 6 tips
Geef de leraar ruimte en vertrouwen
Wegwijzer seksualiteit online voor het primair onderwijs
Wegwijzer seksualiteit online voor het voortgezet onderwijs

  • Bericht gepubliceerd op:14 oktober 2023