Los het lerarentekort op met meer uren…deel 2
Eerder vroegen we naar aanleiding van het coalitieakkoord al over redenen om de werktijdfactor wel of niet verhogen. In het akkoord staat immers: ‘In het kader van het lerarentekort stimuleren we de uitbreiding van contracten (meer uren).’ We hebben dit onderwerp weer gebruikt, toevallig stond er afgelopen week ook een ingezonden brief in de krant waarin werd gesteld dat het lerarentekort opgelost zou worden als alle “deeltijd-leraren” meer zouden gaan werken.
Naar aanleiding van onze eerdere bevraging hadden we al het volgende geconstateerd: Leraren die wel of misschien bereid zijn meer te werken geven ‘werkdruk’ en ‘zorgtaken’ als belangrijke reden om niet meer te willen werken. Leraren die niet bereid zijn extra te werken als dat nodig is, geven ‘niet meer willen werken’ en ‘werkdruk’ als belangrijkste redenen aan. Het plan uit het nieuwe coalitieakkoord zal daarom ook niet slagen als er geen andere grote wijzigingen op gebied van werkomstandigheden door worden gevoerd, en zelfs na fundamentele wijzigingen zullen er niet opeens meer leraren meer uren gaan werken.
We hebben hier over doorgevraagd:
– Wat is je werktijdfactor dit schooljaar?
– Welke van de onderstaande opties zouden jou over de streep kunnen trekken om meer uren te gaan werken?
– Wat zou je er van vinden als leraren die hun aanstelling met minstens 0,2 FTE uitbreiden óf 0,8 FTE of meer (gaan) werken daarvoor een financiële bonus of andere voordelen op school zouden krijgen?
In totaal werkt ruim 80% van de Teacher Tappers meer dan 0.60 FTE, en 35% (meer dan) fulltime (figuur 1).

Als we de werktijdfactor combineren met mogelijke manieren om leraren te bewegen om meer uren te gaan werken, zien we dat een flink percentage niet meer wil werken. Dit percentage is het hoogst (54%) bij leraren met 0,80 tot 0,95 FTE (figuur 2). Opties die wel door een deel van de leraren als aantrekkelijk worden gezien zijn extra uren buiten de klas (een expertrol, schoolontwikkeling), af en toe vrije dagen op kunnen nemen, en flexibiliteit in het werkrooster. Dit lijkt toch iets dat schoolleiders of schoolbesturen zouden kunnen aanbieden.
Verder is het opvallend dat de leraren die tot 0,4 werken een vast contract noemen en ‘anders’. We weten niet wat dat anders is, en ontvingen hier deze keer geen extra opmerkingen of feedback over.
Onze eerdere conclusie dat er iets aan de werkomstandigheden moet veranderen, en dat zelfs dan er niet opeens meer leraren meer uren gaan werken, moeten we hiermee enigszins aanpassen. Met extra uren buiten de klas en flexibiliteit in uren en vrije dagen en het geven van vaste contracten zou een deel van de leraren mogelijk meer uren gaan werken.


Een structurele bonus valt in de middenmoot als we de opties splitsen op leeftijd (figuur 3). Dat zien we terug in onze vraag over of een bonus wenselijk is. Een ongeveer even groot deel vindt dit (zeer) onwenselijk of (zeer) wenselijk (figuur 4).

Een proefballonnetje…
Teacher Tapp is in Engeland ontstaan vanuit de verbazing en frustratie die ontstaat als beleidsmakers en politici zeggen dat ‘het onderwijs moet …. ‘ of dat ‘leraren willen ….’ . Wij bevragen daarom graag beleidsplannen en proefballonnetjes, om zo het beleid te bevragen, maar (met genoeg deelnemers) mogelijk ook beïnvloeden! En we werden vorige week op onze wenken bediend! Er werd namelijk een voorstel gedaan om de zomervakantie met een week in te korten en de kerstvakantie met een week te verlengen. We waren uiteraard niet de enigen die hier op inhaakten, want de AOb deed dit ook. Sterker nog, onze vragen zijn samen met enkele AOb-bestuurders opgesteld.
De AOb rapporteerde: “AOb-leden zijn tegen het plan om met een week vakantie te gaan schuiven, zo blijkt uit een peiling die door 22 duizend leden is ingevuld. Van de leden is 75 procent tegen, slechts 16 procent is vóór. De uitkomst van een vergelijkbare AOb-peiling op sociale media, die ook niet-leden hebben ingevuld, is nog kritischer: daar toont 85 procent zich tegenstander van het plan.”
Wat Teacher Tappp daar aan toe kan voegen is een splitsing op sector en rol. Duidelijk is dat onze deelnemers werkzaam in het po, vo en so hier hetzelfde over denken (figuur 6). Deelnemers werkzaam in het mbo en ho lijken hier iets meer open voor te staan. Als we kijken naar de rol die iemand heeft in het onderwijs, zien we dat schoolleiders (let op, een kleine groep) het voorstel vaker een goed idee vinden dan niet-schoolleiders (figuur 7).


Het kiezen van lesmethoden
Dit stuk is mede tot stand gekomen in samenwerking met Arno Reints van CLU.
In het kader van een onderzoek naar keuzeprocessen van leermiddelen dat het CLU in opdracht van de PO-raad heeft uitgevoerd is onder meer een survey uitgevoerd naar welke kenmerken van leermiddelen leraren belangrijk vinden bij het kiezen van leermiddelen. Daarbij is onder meer gebruik gemaakt van het panel van Teacher Tapp. Omdat het een onderzoek voor de PO-raad betrof is in de verslagen alleen gebruik gemaakt van de resultaten van PO-leraren terwijl o.m. ook VO-leraren hebben deelgenomen. Nu het onderzoek is afgerond kunnen we de resultaten voor beide sectoren ook hier op deze blog delen.
We hebben de kenmerken van leermiddelen bevraagd op de volgende vier categorieen:
– Leerstof
– Didactiek
– Presentatie
– Adaptiviteit
Wat de leerstof betreft is het opvallendste gegeven dat leraren PO het belangrijker vinden dat de leerstof past bij de leerlingen op school dan leraren VO (53% versus, 41%). Wat de didactiek betreft vinden leraren PO motiverende werkvormen belangrijker dan leraren VO (58% versus 49%). Het belang neemt geleidelijk af naarmate de leerlingen ouder worden: van 60% in onderbouw PO naar 44% in bovenbouw VO. Het belang van werkvormen die verschillende
zintuigen aanspreken neemt eveneens geleidelijk af: van 43% in onderbouw PO naar 10% in bovenbouw VO. Daarentegen neemt het belang van werkvormen die verschillende leer- en oplossingsstrategieën aanbieden geleidelijk in belang toe: van 43% in onderbouw PO naar 69% in bovenbouw VO. Werkvormen met feedback in de vorm van hints vinden leraren VO belangrijker dan PO (25% versus 11%).
Wat de adaptiviteit betreft: leraren PO willen vaker dan leraren VO dat het leermiddel het niveau naar beneden of naar boven aanpast. Naar beneden is het verschil 67% PO versus 45% VO. Naar boven: 85% PO versus 65% VO.
Omdat deze resultaten al enige tijd geleden zijn opgehaald, wilden we dit aanvullen met recente resultaten. Vandaar dat we in april 2022 vroegen naar de wetenschappelijke onderbouwing van methodes. We vroegen wat leraren weten van de wetenschappelijke onderbouwing van hun meest gebruikte lesmethode en of onze deelnemers bij de keuze voor een methode voldoende informatie tot hun beschikking hebben over onafhankelijke gebruikerservaringen en/of inzicht in of er wordt gewerkt met een effectief bewezen aanpak.
Een behoorlijk percentage geeft aan dit laatste niet of nauwelijks te hebben: 30 tot zelfs ruim 50% (figuur 8). Het percentage leraren dat zegt dat de methode goed wetenschappelijk onderbouwd is, is (muv het hoger onderwijs) niet hoog. Reacties op deze vragen gaven echter aan dat een methode goed of minder goed kan zijn, maar dat het uiteindelijk de leraar is die bepaalt, kiest, en onderwijs vormgeeft.



Paas- en kerstbrood: hebben deelnemers iets geleerd?
Op eerste Kerstdag hadden we een kerstquiz, en op eerste Paasdag deden we een paasquiz. Beide quizzen hadden een vraag gemeen: wat is het verschil tussen kerst- en paasbrood? Mooi om eens te zien of het beantwoorden van deze vragen iets deed met de kennis van onze deelnemers 🙂
577 deelnemers hebben zowel aan de kerst- als de paasquiz deelgenomen. De vraag werd niet zo heel goed gemaakt. 112 leraren hadden het goed tijdens de kerst: op kerstbrood zit poedersuiker en op paasbrood niet. Helaas heeft maar 56% deze vraag ook nog goed tijdens de paasquiz. 320 leraren dachten tijdens de kerstquiz dat alleen de naam verschilde, en 53% denkt dat met Pasen nog steeds. 34% heeft het antwoord nu wél goed (figuur 11).
Nu hebben wij zowel na de kerst- als de paasquiz de goede antwoorden gedeeld via de leestip van die dag. Onze gegevens laten zien dat deze antwoordenpagina maar door heel weinig deelnemers is bezocht. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor dit toch wel wat teleurstellende resultaat. Het kan ook aan ons liggen: we hebben de feedback wel aangeboden, maar geen landingsplek gegeven!

Tips
Elke dag geven we je een lees-, kijk-, of luistertip. En elk week verzamelen we de tips van de afgelopen week op onze blog! Deze keer: 14 tot en met 21 april!
Blog Teacher Tapp NL
Hoe geef je leiding aan jezelf? Tjipcast 169 met Tim de Pooter
Buiten de krijtlijnen podcast: #105 | Eva Naaijkens over ‘Wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven?’
“Een loodgieter volgt meer professionalisering per jaar dan leraren.”
Paasquiz: de antwoorden!
Wat er in mijn hutkoffer zit die ik mijn leerkracht tas noem.
Beroepsbrieven: 12 verhalen van leraren geïnspireerd op handgeschreven brieven
Wat werkt in mijn klas (en hoe en waarom)?
Hoe kies je een methode? Aflevering 1: goed en helder geordende inhoud
Evidence-informed & verleiding van hersenonderzoek
Leren over wonen
Leidraad ‘Werken aan onderwijsverbetering’